De
waardebepaling van de onderneming en de vaststelling van de hoogte van de
alimentatie kunnen niet los van elkaar worden gezien. Deze samenhang wordt
nogal eens uit het oog verloren zo is onze ervaring.
Ik
beschrijf hierna een voorbeeld van een zaak waarin het (bijna) mis ging.
Peter
(44) is werkzaam als freelancer in de IT. Marieke (44) is als zelfstandig
ondernemer werkzaam als financieel interimmanager. Ze hebben twee kinderen
Charlotte (9) en Chris (7).
Peter
voert zijn werkzaamheden als IT-consultant uit vanuit een eigen BV. Zijn bruto
salaris van €
85.000 heeft hij een aantal jaren geleden zelf vastgesteld. De hoogte van zijn
bruto salaris is destijds bepaald op basis van zijn behoefte aan netto loon.
Omdat Peter en Marieke prima rond kunnen komen heeft Peter zijn salaris daarna
niet meer aangepast.
De
BV van Peter heeft in 2010 een winst na belastingen behaald van € 45.000. Er
waren voldoende opdrachten die hij tegen een goed uurtarief kan uitvoeren. De
winst werd jaarlijks toegevoegd aan het eigen vermogen van de BV. Ieder jaar
werd er vervolgens dividend uitgekeerd om vakantiereizen en grote uitgaven in
de privé sfeer van te betalen.
Peter
moest het afgelopen jaar vaak naar de buitenlandse vestiging in Italië voor
zijn opdrachtgever. Daar leerde hij Christina kennen. De kennismaking liep uit
op een amoureuze relatie en Peter besloot dit jaar om te breken met Marieke.
Onderling
kwamen Peter en Marieke niet tot afwikkeling van de vaststelling van de
alimentatie en de verdeling van de gemeenschappelijke boedel. De door hen
ingeschakelde advocaat (helaas geen familierechtadvocaat) berekende vervolgens de
alimentatie op basis van het bruto salaris verhoogd met het gemiddelde van de
in de afgelopen jaren uitgekeerde dividenden.
Het
ging vervolgens mis toen de waarde van de BV van Peter werd berekend op basis
van de behaalde winsten in de afgelopen jaren. Immers die winsten waren in de
vorm van het jaarlijkse dividend uitgekeerd en reeds als inkomen van Peter
aangemerkt bij de berekening van de alimentatie. Er was derhalve sprake van een
dubbeltelling!
Peter
had zelf al het idee dat de berekening niet juist was. Toen wij elkaar op een netwerkbijeenkomst
spraken werd zijn vermoeden bevestigd.
Na
een aantal besprekingen bij mij op kantoor tezamen met de advocaat werd de
eerder berekende waarde van de BV van Peter naar beneden bijgesteld. De BV
bleek € 300.000 minder waard te zijn…
Hoek en Blok Corporate Finance
Rob de Bruijn RA RV
Telefoon: (0184) 496800
Geen opmerkingen:
Een reactie posten