donderdag 28 juni 2012

De werknemerloket App vanaf nu beschikbaar




Internet ontwikkelt zich meer als een platform onafhankelijk medium, wat 24/7 toegankelijk is. Hierin speelt de mobiele telefoon een steeds belangrijkere rol. U checkt uw social media, het nieuws en u kunt zelfs online bankieren. De uitdaging van personeel- en loononline is om dit voor uw salaris- en personeelsadministratie mogelijk te maken.

U kunt inloggen op het werknemersloket via internet of de gegevens vanuit internetbankieren ophalen. Vanaf nu is ook de werknemerloket app beschikbaar. Deze is gratis te downloaden. Via deze gratis app hebben werknemers overal en altijd toegang tot hun persoonlijke gegevens, salaris- en verlofadministratie en kunnen zij direct een verlofaanvraag indienen.                                 

De werknemerloket app biedt u toegang tot het vertrouwde werknemerloket. U kunt eenvoudig verlof aanvragen voor de geplande vakantie en meteen uw laatste loonstrook bekijken. 

Download de app in de Apple Appstore of voor Android bij Google Play, log in, en u heeft overal snel en direct toegang tot:

  • Uw actuele verlofsaldo;
  • inzicht in de loonstroken;
  • inzage in uw belangrijke documenten;
  • contract, arbeidsvoorwaarden, etc.;
  • u heeft de laatste jaaropgave altijd bij de hand.

Natuurlijk bepaalt u zelf bij de inrichting tot welke informatie de werknemer wel of geen toegang krijgt. Wij kunnen u ondersteunen bij het definitief afrekenen met de papieren loonstrook.

Voor meer informatie over personeel- en loononline kunt u contact met ons opnemen.

Hoek en Blok Personeel- en Loononline
Arean Steenis en Annemieke de Reus

Telefoon: (0184) 496800

woensdag 27 juni 2012

Aandeelhoudersovereenkomst en waardering aandelen


In de situatie dat een vennootschap  meerdere aandeelhouders heeft, is het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst van groot belang. In deze overeenkomst maken aandeelhouders nadere afspraken over van belang zijnde onderwerpen betreffende hun samenwerking. Deze afspraken vormen een aanvulling op de - in meer of mindere mate - gestandaardiseerde afspraken die in de statuten van de vennootschap zijn opgenomen.

Bijvoorbeeld de afspraken betreffende de waardering en de prijsbepaling van de aandelen dienen nader te worden overeengekomen en ondubbelzinnig te worden vastgelegd. In de statuten is in veel gevallen slechts in grote lijnen vastgelegd hoe de waarde van de aandelen dient te worden bepaald. Veelal is evenmin beschreven of en zo ja op welke wijze onderscheid moet worden gemaakt tussen de bepaling van de waarde en/of de prijs in verschillende situaties. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld de verkoop van aandelen aan derden of de verkoop van aandelen tussen aandeelhouders onderling. Daarnaast kan sprake zijn van een situatie waarbij één of meerdere aandeelhouders in goede harmonie (‘good leaver’) hun aandelen wensen te verkopen, dan wel is sprake van tussen aandeelhouders onderling bestaande onenigheid (‘bad leaver’).

Alleen al vanwege het simpele feit dat wij in de praktijk diverse waarderingsmethodes tegen komen is het ter voorkoming van hoogoplopende conflicten - en de daaruit mogelijk voortvloeiende kostbare gerechtelijke procedures - zinvol dat aandeelhouders voorafgaande aan hun samenwerking zeer goed nadenken over de wijze van waarop de waardering en de prijsbepaling van de aandelen dient plaats te vinden. De uitkomsten van dit overleg dienen vervolgens te worden vastgelegd in een aandeelhoudersovereenkomst.
Aspecten die van belang zijn en waarover overeenstemming dient te worden bereikt zijn onder andere:
  • Welke waarderingsmethode zal worden gebruikt?
  • Welke uitgangspunten zullen als basis dienen bij de waarde- en prijsbepaling?
  • Welke betalingscondities zijn van toepassing bij transacties tussen aandeelhouders?
  • Welke partij(intern of extern) zal de waardering  verzorgen?
  • Zal onderscheid worden gemaakt tussen een situatie van ‘bad leaver’ en ‘good leaver’?
  • In welke situaties dienen aandelen door een aandeelhouder te worden aangeboden aan de andere aandeelhouder(s)?
Zo u ziet zijn er tal van aspecten waarover aandeelhouders met elkaar tot overeenstemming dienen te komen. Dit dient te gebeuren voordat de situatie zodanig is dat er onvoldoende tijd is om tot een weloverwogen standpunt te komen, dan wel voordat er sprake is van een geschil waarbij de emoties hoog oplopen.



De experts van Hoek en Blok Corporate Finance adviseren u graag bij het opstellen van een aandeelhoudersovereenkomst!


Hoek en Blok Corporate Finance
Rob de Bruijn RA RV

Telefoon: (0184) 496800


woensdag 20 juni 2012

Overgangsmaatregel bij verhoging btw-tarief per 1 oktober 2012


De verhoging van het algemene btw-tarief van 19% naar 21% per 1 oktober 2012 gaat vergezeld met een overgangsmaatregel. Dat blijkt onder meer uit het wetsvoorstel Wet uitwerking fiscale maatregelen Begrotingsakkoord 2013. De in het wetsvoorstel voorgestelde overgangsregeling bepaalt in het kort het volgende: 


  1. Het algemene tarief van 19% geldt als u een goed levert of een dienst verricht vóór 1 oktober 2012. Dat geldt ook als u de factuur pas op of na 1 oktober 2012 uitreikt en/of de betaling op of na 1 oktober 2012 ontvangt;

  2. Verricht u een levering of dienst op of na 1 oktober 2012, dan geldt als uitgangspunt dat het nieuwe tarief van 21% van toepassing is. Als u voor 1 oktober 2012 reeds factureert en/of de betaling ontvangt, is hierbij in eerste instantie nog 19% btw verschuldigd. Het verschil tussen 19% en 21% bent u volgens deze overgangsregeling op 1 oktober 2012 verschuldigd aan de fiscus. Dat wil zeggen, in de btw-aangifte over oktober 2012, dan wel over het vierde kwartaal van 2012;

  3. Als u op grond van een vóór 1 oktober 2012 gesloten koop- en aannemingsovereenkomst na 30 september 2012 een onroerende zaak levert of een bouwwerk oplevert tegen een vergoeding die vervalt in termijnen, blijft over de termijnen die vóór 1 oktober 2012 zijn vervallen het 19%-tarief van toepassing.

Voor de vraag of u 19% of 21% btw in rekening moet brengen, is volgens het wetsvoorstel dus het moment van presteren bijna altijd doorslaggevend. Het moment van uitreiken van de factuur is niet van belang. Mogelijk volgen nog beleidsbesluiten van de staatssecretaris van Financiën met nadere goedkeuringen in de praktische sfeer. Bij de laatste btw-tariefsverhoging, in 2001, hebben dergelijke goedkeuringen namelijk ook het licht gezien.

In het bijzonder valt te denken aan de mogelijkheid om al voor 1 oktober met 21% btw te factureren voor prestaties die op of na 1 oktober 2012 verricht worden, om te voorkomen dat de extra 2% op 1 oktober 2012 moet worden gefactureerd en verwerkt. Bij de vorige tariefsverhoging is deze praktische goedkeuring gebruikt om administratieve problemen te voorkomen.

Btw-ondernemers die geen (volledig) recht op aftrek van inkoop-btw hebben

In veel business-to-business situaties zal de tariefsverhoging niet nadelig voor de afnemer zijn, omdat de afnemer volledig recht op aftrek van btw heeft. Kan uw organisatie echter niet alle inkoop-btw die zij betaalt in aftrek brengen, dan is er – vanzelfsprekend – een financieel belang mee gemoeid dat uw toeleveranciers niet met 21% btw factureren in het geval slechts 19% verschuldigd is. Zeker in de maand oktober zullen degenen die facturen controleren bijzonder alert moeten zijn. Verder zijn er wellicht mogelijkheden om uitgaven/investeringen slim te plannen, waardoor nog gebruik gemaakt kan worden van het btw-tarief van 19%. 

Ondernemers die vrijgestelde prestaties verrichten kunnen ten slotte te maken krijgen met de zogeheten integratieheffing, bijvoorbeeld bij de bouw van een nieuw pand voor eigen gebruik. Als de bouw van het pand aanvangt voor 1 oktober 2012 en daarna eindigt, kan bij de berekening van de btw die is verschuldigd voor de integratielevering deels uitgegaan worden van het btw-tarief van 19% en deels van het tarief van 21%.

Wat te doen? 

Op dit moment is sprake van een wetsvoorstel en zijn er nog nauwelijks relevante beleidsbesluiten gepubliceerd. Desondanks adviseren wij u om de zomerperiode te gebruiken om te inventariseren welke aanpassingen van uw systemen en procedures nodig zijn om de verhoging van het btw-tarief in verschillende denkbare scenario’s soepel te laten verlopen.

Hoek en Blok kan uiteraard met u meedenken, ook bij de beantwoording van alle vragen die in dit kader relevant zijn. Voorbeelden hiervan zijn: wat moet ik doen met goederen die ik voor 1 oktober 2012 heb verkocht en die een klant na 1 oktober wil ruilen? Hoe moet ik de extra 2% factureren als ik niet al voor 1 oktober 2012 een factuur met 21% btw heb uitgereikt voor een prestatie die ik na 1 oktober 2012 verricht? En past mijn ERP-systeem eventuele herzieningsregels met betrekking tot recent in gebruik genomen investeringsgoederen op de juiste manier toe? Hoek en Blok helpt u graag verder.

Hoek en Blok Belastingadviseurs
Albert de Jager

Telefoon: (0184) 496800

Bron: PWC/Tweede Kamer, 4-6-2012, 33287 nrs 1 – 4.


maandag 18 juni 2012

De buitenlandse bankrekening


Soms wordt van een partij in een echtscheidingszaak het bijna onmogelijke gevraagd. Dat was de situatie bij Bart en Annelies waarbij ons advies werd gevraagd.

Bart en Annelies waren na een huwelijk van bijna 20 jaar nu inmiddels meer dan een jaar van tafel en bed gescheiden. Het door Bart en Annelies in eerste instantie gevolgde mediation traject was op niets uitgelopen. Familie en vrienden van Annelies hadden zich te veel met het mediation traject bemoeid, waardoor Annelies uiteindelijk het echtscheidingsconvenant niet had willen tekenen. Na het mislukte traject was vaststelling van de alimentatie, alsmede de verdeling van de boedel in handen van de rechtbank.

Bart had zijn makelaarskantoor enkele jaren geleden verkocht en was daarna voor de nieuwe eigenaar van het makelaarskantoor werkzaam gebleven op basis van een managementovereenkomst. Bart had op die manier ook na de verkoop van zijn onderneming een goed inkomen.

Tijdens één van de zittingen bij de rechtbank in het voorjaar van dit jaar stelde de advocaat van Annelies dat er bij de verdeling van de boedel sprake zou zijn van een verzwegen bankrekening. Dit vermoeden van Annelies was gebaseerd op het feit dat zij niet kon begrijpen dat er zo weinig geld op de bankrekening stond terwijl Bart jarenlang een goed inkomen had genoten.

Bart had altijd de financiële zaken beheerd, Annelies had daar geen affiniteit mee en vond het altijd prima dat zij zich daarmee niet hoefde te bemoeien. Nu echter had zij het vermoeden dat er in de afgelopen jaren - waarin hun huwelijk niet al te best was geweest - geld was weggesluisd naar een buitenlandse bankrekening.
De rechtbank had gevorderd van Bart dat hij moest aantonen dat er geen sprake was geweest van dergelijke onttrekkingen. 

Samen met Bart hebben wij op basis van de bankafschriften een duidelijk overzicht gemaakt van de inkomsten en uitgaven van de vijf jaren voorafgaand aan de datum waarop Bart de echtelijke woning had verlaten. Uit ons overzicht bleek duidelijk waaraan de genoten inkomsten waren besteed. De rechtbank kwam op basis van het overzicht van de inkomsten en uitgaven tot het oordeel dat van een verzwegen bankrekening geen sprake kon zijn.


Hoek en Blok Corporate Finance
Rob de Bruijn RA RV

Telefoon: (0184) 496800


dinsdag 12 juni 2012

Oranje en het verschil tussen waarde en prijs


“Oranje is € 277.000.000 waard”. Zo meldde een van de vele nieuwsmedia afgelopen week. Niet alleen de hoogte van het bedrag trok mijn aandacht, met name was ik nieuwsgierig naar de toelichting bij deze waarde. In de praktijk kom ik vaak tegen dat de begrippen ‘prijs’ en ‘waarde’ ten onrechte als synoniemen voor elkaar gebruikt worden.

Het artikel lezende kwam ik al snel tot de conclusie dat met de waarde de ‘transferwaarde’ werd bedoeld. Zonder nadere toelichting overigens was op basis van de transferwaarde van de spelers van het elftal ons ‘oranje’ een 7e plaats toebedeeld in de ranglijst.

De transferwaarde geeft volgens diverse bronnen binnen de voetbalwereld aan voor welke prijs (en dus niet: de waarde!) een betreffende speler is overgestapt naar een nieuwe club. De kopende voetbalclub heeft de transferwaarde betaald, de verkopende club heeft het bedrag ontvangen.

Duidelijk is dus inmiddels dat de transferwaarde het resultaat is van een onderhandelingsproces dat zich tussen twee clubs afspeelt, meestal door tussenkomst van voetbalmakelaars. Deze makelaars worden geacht voor de belangen van de betreffende voetballer op te komen.

Na het voorgaande gelezen te hebben is duidelijk geworden dat met het bedrag van 277 miljoen wordt bedoeld dat dit de som is van de prijs, die is betaald voor de 11 voetballers die in dit Europees kampioenschap voor ‘Oranje’ uitkomen. 

Interessant is nu om ons af te vragen wat nu wél de waarde is van ons Oranje-elftal. Ik denk dat deze waarde onder meer afhankelijk is van de uitslag van de komende wedstrijden. Een Europees kampioenschap voor ‘onze jongens’ zal ongetwijfeld een hogere waarde opleveren dan een reeks van nederlagen gevolgd door een vroegtijdig vertrek vanuit de Oekraïne!

Ik kijk met veel belangstelling en mede vanuit een beroepsmatig oogpunt naar de komende wedstrijden!

Hoek en Blok Corporate Finance
Rob de Bruijn RA RV

Telefoon: (0184) 496800

maandag 11 juni 2012

Update arbeidsrecht


Het arbeidsrecht is altijd in beweging. Dat heeft ook gevolgen voor de situatie in uw organisatie.

Wij zetten een drietal belangrijke veranderingen en consequenties voor dit jaar graag even voor u op een rij. Dan kunt u passende actie nemen en omzeilt u de spreekwoordelijke gebakken peren aan het eind van het jaar.

  1. Ook opbouw vakantiedagen tijdens ziekteperiode
    Tot dit jaar bouwden werknemers geen vakantiedagen meer op als ze langer dan zes maanden ziek waren. Vanaf 1 januari geldt dat niet meer en worden er ongeacht de duur van de ziekteperiode vakantiedagen opgebouwd. Dit geldt echter alleen voor de wettelijke vakantiedagen (20 per jaar bij een 40-urige werkweek).

    Tip: als u dat wilt, kunt u in de arbeidsovereenkomst laten opnemen dat er geen opbouw van bovenwettelijke ziektedagen plaatsvindt bij ziekte.
       
  2. Wettelijke vakantiedagen komen veel eerder te vervallen
    Vanaf 1 januari komen wettelijke vakantiedagen al na zes maanden na het einde van het kalenderjaar te vervallen. Voor bovenwettelijke vakantiedagen blijft echter de verjaringstermijn van vijf jaar gelden.

    Tip: leg in de arbeidsovereenkomsten vast welke soort vakantiedagen als eerste worden genoten.

       
  3. AOW gaat voortaan in op de verjaardag van de werknemer
    Voorheen ging de AOW (Algemene Ouderdomswet) in op de eerste dag van de maand waarin een werknemer de pensioengerechtigde leeftijd bereikte. Met ingang van 1 april 2012 gaat de AOW in op de dag van de verjaardag van de werknemer.

    Tip: om leeftijdsdiscriminatie te voorkomen is het zaak om alle arbeidsovereenkomsten aan te passen zodat ze eindigen op de dag voorafgaande aan de dag waarop de werknemer AOW gaat genieten.


Vanwege de leesbaarheid en het overzicht hebben we de wetswijzigingen en tips in deze brief heel beknopt weergegeven. Op onze website www.hoekenblok.nl vindt u uitgebreide informatie en achtergronden over het hoe en wat van de wetgeving en hoe u de tips het beste in uw arbeidsovereenkomsten kunt verwerken.

Wilt u er echter 100 procent zeker van zijn dat de aanpassingen op juiste wijze in uw (model) arbeidsovereenkomst doorgevoerd worden, dan kunnen wij dat uiteraard ook voor u verzorgen. Neemt u in dat geval contact op met ons.


Hoek en Blok Juristen



Telefoon: (0184) 496800


Het kantoorpand


Lodewijk (45) was al jaren een succesvol advocaat. Hij bezat een bloeiende praktijk met vijf medewerkers. Jantine (44) had zich na de geboorte van de kinderen geheel gewijd aan de opvoeding van Bram en Lisette en daarnaast was Jantine druk met het management van de huishouding.

Lodewijk had vijf jaar geleden - na een fraaie carrière bij één van de grote legal offices in Nederland - besloten om zich zelfstandig te vestigen. Niet ver van de woning stond een statig kantoorpand te koop. Het pand moest grondig opgeknapt worden waar tegenover stond dat Lodewijk het voor een zacht prijsje kon kopen namelijk voor € 465.000. Dat was een buitenkans! Omdat Lodewijk en Jantine in gemeenschap van goederen waren gehuwd werd fiscaal bezien de helft van de waarde van het kantoorpand aan Jantine toegerekend. Met familie en vrienden werd maandenlang hard gewerkt aan de renovatie van het pand. Op 1 januari 2006 was het pand gereed om te worden betrokken. De praktijk floreerde en de waarde van het pand nam in de jaren daarna flink toe.

Zakelijk gezien ging alles voor de wind. De relatie tussen Lodewijk en Jantine begon echter steeds meer scheuren te vertonen. In maart van dit jaar gaf Lodewijk te kennen dat hij iemand anders had ontmoet, met wie hij zijn leven wilde voortzetten. 

De schrik zat er bij Jantine goed in. Ze had dit niet zien aankomen. Hoe moest dat nu verder en wat zou het financieel gaan betekenen? In overleg hadden ze besloten om gezamenlijk naar een familierechtadvocaat gespecialiseerd in ‘collaborative divorce' (overlegscheiding) te gaan om advies te vragen en de echtscheiding te begeleiden. De advocaten en de overige deskundigen  hadden veel ervaring en wist de gemoederen, vooral bij Jantine, snel te bedaren.

De alimentatie en de omgangsregeling met de kinderen waren geregeld. Voor de waardebepaling van de praktijk werd ons kantoor ingeschakeld. Eén belangrijk financieel aspect resteerde nog namelijk de afwikkeling van het praktijkpand dat fiscaal gezamenlijk eigendom was. Tot eind 2011 betekende een echtscheiding dat de partner (in deze zaak Jantine) over de waardestijging van het pand moest afrekenen met de belastingdienst. Met ingang van 2012 kan echter gebruik worden gemaakt van een daartoe strekkende doorschuiffaciliteit. Deze faciliteit maakt het mogelijk om afrekenen over de meerwaarde van een bedrijfspand in gevallen als het onderhavige bij echtscheiding uit te stellen. Zowel Lodewijk als Jantine gaven aan van deze mogelijkheid gebruik te willen maken. Zodoende bleef  er meer liquiditeit beschikbaar. 

Hoek en Blok Corporate Finance
Rob de Bruijn RA RV

Telefoon: (0184) 496800